Blog: Blij ei
28 april 2025
Laatst maakte ik een prachtige fietstocht.
Onderaan de dijken stonden de fruitbomen in volle bloei.
Lammetjes lagen heerlijk bij hun moeder of dartelden vrolijk in de wei.
Bovenop een kerk zag ik het nest van een ooievaar.
In het bos zochten de zonnestralen hun weg door de nog kleine, lichtgroene boomblaadjes.
Wat is de natuur dan overweldigend. Zo uitbundig en feestelijk.
Het is alweer bijna Pasen. Al geruime tijd liggen de paaseitjes in de winkels.
Evenals de kruidnoten hebben deze de meest bijzondere smaken.
Karamel espresso, gevuld met brownie, crispy pindakaas, pistache, vegan en nog veel meer.
Geef mij maar ‘ gewoon puur’. Daar word ik een ‘blij ei’ van.
Er zijn trouwens ook blije kippen. Zij dragen met trots, zo las ik, het keurmerk van 2 of zelfs 3 sterren!
Een poosje geleden wilde ik gaan wandelen.
Kon ik meteen op de terugweg wat boodschappen doen.
Ineens werd er vanuit een rijdende auto een rauw ei naar mij gegooid.
Het ging zo snel.
In de verte hoorde ik hun schaterlach.
Het ei spatte uit elkaar. Dat één ei zoveel troep kan geven zeg.
Op mijn jas, tas, schoenen en zelfs mijn gezicht waren bedekt met klodders ei.
Verbouwereerd en nogal van slag mompelde ik: ‘Wie doet nu zoiets.”
Meneertje Park lachte zich slap en deed ook een duit in het zakje door met tremoren op de proppen te komen.
Ik kreeg deze niet snel onder controle.
Daar stond ik dan. Ontgoocheld en smerig.
De eierschalen lagen als zielige restjes op de stoep.
Ik wilde maar één ding. Gauw naar huis om me te ontdoen van die glibberige brij.
Van spanning en schrik kon ik bijna niet lopen.
Het viel niet mee om alles schoon te krijgen.
Nog steeds was ik een beetje de kluts kwijt en het trillen ging behoorlijk door.
Door me te focussen op het zetten van een kop thee, kreeg ik meneertje weer enigszins onder controle.
Wat zou op dit moment beter kunnen helpen dan een chocolade ei, maar dan wel één van pure chocolade.
Mmmmmmm, van zo’n smaak sensatie word ik weer een blij.
Nou vooruit: een blij ei.
Daar kan geen struif tegenop.
Ga terug naar alle blogs van Anne-Marie Netten