Blog: De Bakkerijziekte en de paradox van de omgevallen bomen

Blog: De Bakkerijziekte en de paradox van de omgevallen bomen

25 maart 2025 door Marina Noordegraaf

Sparks_bakerydiseaseIn deze blogpost vind je mijn metafoor voor ‘de eiwitparadox’ die alomtegenwoordig is in het boek 'Brain Fables', geschreven door Alberto Espay en parkyvist Benjamin Stecher. 

Er was eens...

Er was eens een dorp met de naam Parkstad. Het leven verliep soepel, het graan kwam binnen, de bakkers bakten brood in hun bakkerijen en de dorpelingen hadden een onbezorgd leven.

Op een zekere dag arriveerde er een storm van voorheen ongekende proporties, ongezien en ongehoord door iemand anders dan de schrijver van dit verhaal. Nu was Parkstad een vrij jong dorp. Er waren bijvoorbeeld geen bomen om het tegen de wind te beschermen, dus het dorp werd hard getroffen. Toen de dorpelingen wakker werden, waren sommige bakkerijen zwaar beschadigd, waren de daken verdwenen en waren ovens verwoest. In de komende dagen stapelde het graan zich nog steeds op, maar het brood dat nodig was om iedereen te voeden, kon niet worden gebakken. Niemand begreep wat er van de ene op de andere dag was gebeurd.

Langzaam maar zeker bereikte het nieuws van andere dorpen Parkstad. Gebroken bakkerijen schenen door het hele land heen gesignaleerd te zijn en er werd een landelijke actie opgezet om alle dorpen en steden met niet-functionerende bakkerijen te helpen. Oh, wat waren de inwoners blij toen de helikopters arriveerden en het brood uit de lucht lieten vallen. Nu konden ze tenminste overleven. Sterker nog, zolang het brood op wonderbaarlijke wijze binnen werd gevlogen, was er nauwelijks een gevoelde urgentie om de bakkerijen te repareren of uit te zoeken wat er mis ging.

Operatie bakkerijvervanging

Het leven werd min of meer hervat, maar in sommige dorpen kwam de storm herhaaldelijk – in het geheim – op bezoek. In deze dorpen bleven de bakkerijen in aantal afnemen en moest er steeds meer brood worden ingevlogen.

Het besef groeide dat dit niet zo door kon gaan. Vanaf dat moment namen de helikopters niet meer alleen brood mee, maar ook apparatuur om de bakkerijen te herstellen. De operatie ‘bakkerijvervanging’ was begonnen. Sommige dorpen genoten een tijdje van hun gerepareerde bakkerijen, maar toen de volgende storm kwam, gingen sommige bakkerijen weer helemaal opnieuw kapot. Op dat moment werd een team van onderzoekers ingehuurd om de oorzaak te vinden van wat nu algemeen bekend stond als de bakkerijziekte. Bakkerijvervanging had duidelijk zijn grenzen.

De onderzoekers hadden al snel een interessant spoor gevonden. Ze troffen een gezin aan waarvan alle gezinsleden hun bakkerijen waren verloren. Ze wilden graag ontdekken wat deze familie gemeen had, want dat zou zeker betekenen dat ze op weg waren om de oorzaak van de ‘bakkerijziekte’ te vinden. De onderzoekers vergeleken de dorpen van de familie en vonden één grote overeenkomst: de familieleden van deze familie woonden allemaal in een gebied dat zo rijk was aan bomen dat ze overal waren, ook (een beetje te dicht) bij de bakkerijen. Uit een nadere inspectie van alle kapotte bakkerijen bleek dat ze stuk voor stuk omringd waren door omgevallen bomen en – belangrijker nog – er waren ook bomen gevallen op de bakkerijen (wat over het algemeen niet de tip van de dag is om bakkerijen in bedrijf te houden).

Van uitzonderingen en regels

Met het oog op de urgentie van de zaak werd bij de landelijke vereniging van burgemeesters aangedrongen een uitspraak te doen over de situatie. Op hun persconferentie betoogden zij dat – aangezien bomen waren gevallen en bakkerijen kapot waren gegaan – het vallen van de bomen wel de oorzaak van de bakkerijziekte moest zijn. De dorpsverslaggever van Parkstad maakte bezwaar en vroeg hoe dit de oorzaak kon zijn van alle bakkerijziekten. Haar stad was helemaal zonder bomen en toch waren de bakkerijen van de ene op de andere dag verwoest. “Kan het niet zijn dat bomen in de buurt van de bakkerij net zo gevaarlijk zijn als helemaal geen bomen?“, vroeg ze. Er werd iets gemompeld dat met uitzondering begon en eindigde met regel.

Kort daarna werd een bureau opgericht om alle dorpen met kapotte bomen en bakkerijziekte te registreren. Ze kregen gratis brood terwijl de onderzoekers op zoek gingen naar een manier om de bakkerijziekte te genezen. Veel dorpen kwamen naar voren om hun land te tonen met omgevallen bomen en kapotte bakkerijen. Met de belofte van gratis brood, lieten ze het feit achterwege dat hun bakkerijen al in verval waren geraakt lang voordat de bomen begonnen te vallen. Sommige bakkerijen waren kwetsbaar omdat ze roestige ovens hadden, andere bakkerijen hadden een likje verf en hout nodig om de rotte onderdelen te repareren. En weer andere bakkerijen konden gewoon geen bekwame bakkers vinden. In deze dorpen was het bakkerijverval al begonnen lang voordat er een storm zou komen.

Sterker nog, er ging zelfs het gerucht dat een aanzienlijk aantal dorpen met omgevallen bomen intacte bakkerijen zouden hebben. Hoe kon dit zo zijn? Deze dorpen stonden duidelijk niet in de schijnwerpers, want ze bakten nog hun eigen brood. Dus ze waren gewoon niet naar voren gekomen. De dorpsverslaggever van Parkstad was inmiddels uiterst nieuwsgierig geworden. In haar ogen waren tegenstrijdigheden niets anders dan vriendelijke herinneringen om aannames te heroverwegen.

De paradox van de gevallen bomen

Sparks_fallentreesDe dorpsverslaggever begon dorpen te bezoeken met en zonder bakkerijziekte, en met en zonder omgevallen bomen. Wat ze ontdekte was opmerkelijk: de ernst van de schade aan de bakkerij in het hele land was op geen enkele manier gerelateerd aan hoeveel bomen er waren omgevallen. Met dergelijk overtuigend bewijs dat bakkerijziekte nooit slechts één oorzaak zou kunnen hebben, besloot ze een wetenschappelijk artikel te schrijven voor het Bakkerstijdschrift, waarin ze de gemeenschap vroeg om alternatieve verklaringen te bedenken voor de feiten die ze presenteerde. Ze vroeg de lezers:
  • Zou het kunnen dat de bomen in sommige gevallen bakkerijen beschermen? Dat het omvallen van bomen een mechanisme is dat voorkomt dat de bakkerij beschadigd raakt?
  • Zou het kunnen dat bakkerijen een groter risico lopen om beschadigd te raken als bomen te dicht bij de bakkerij worden geplant?
  • Zou het kunnen dat een hogere staat van onderhoud van de bakkerij de kans op bakkerijziekte verkleint?
  • Zou het kunnen dat dorpen met een extreme dichtheid aan bomen – in een poging zichzelf te beschermen tegen een onbekende aanval die misschien nooit zal komen – een tekort aan bomen zouden kunnen veroorzaken om te gebruiken als brandstof voor de ovens van de bakker of als hout voor regelmatige reparaties ( om maar een van de mogelijke functies van bomen te noemen)?
  • Zou het kunnen dat omgevallen bomen soms alleen maar betekenen dat er een aanval van onbekende oorsprong is geweest? Niet meer niet minder. Dat sommige bakkerijen pas achteruitgaan als zo’n aanval herhaaldelijk komt. En zolang het niet vaak komt, komt het wel goed met de bakkerij?
  • Zou het een combinatie kunnen zijn van al het bovenstaande, wat betekent dat elk geval van bakkerijziekte zijn eigen vingerafdruk heeft?

Een vertegenwoordiging van burgemeesters beoordeelde het artikel en vond deze vragen niet erg nuttig: “Voordat we het antwoord op al deze vragen weten, is het brood allang niet meer op voorraad!”

Sparks_forbidden4treesStrikte maatregelen

In haar pogingen om de bakkerijziekte in te dammen, besloot de landelijke vereniging van burgemeesters strikte maatregelen te nemen: in alle dorpen met kapotte bakkerijen moesten alle bomen – omgevallen of niet – van het terrein worden geweerd. Ook kwam er een verbod om nieuwe bomen te planten, want die zouden ook kunnen vallen!

De dorpsverslaggever liet zich niet uit het veld slaan. Ze bleef ingezonden stukken sturen met impopulaire meningen. Ze bleef benadrukken dat het verhaal veel complexer was dan werd aangenomen. Dat de locatie waar de bomen werden geplant veel belangrijker was dan de hoeveelheid. Dat kapotte bakkerijen het gevolg konden zijn van factoren die helemaal niets met (omgevallen) bomen te maken hadden. Maar vooral dat de maatregel om alle bomen rondom bakkerijen te verbieden, in feite zou kunnen leiden tot de vernietiging van sommige van die bakkerijen. Parkstad was immers het perfecte voorbeeld geweest van een dorp zonder bomen dat van de ene op de andere dag de bakkerijziekte had gekregen.

De opstand van de timmerlieden

De landelijke vereniging van burgemeesters maakte er een sport van om zich tegen de dorpsverslaggever te blijven verzetten. “Ze heeft een aardig hoge pet op van zichzelf!”, zeiden de burgemeesters herhaaldelijk tegen elkaar met een knipoog van verstandhouding. Maar wat de burgemeesters niet beseften, was dat de timmerlieden in het land een opstand voorbereidden. Op de dag van de grote staking gingen ze massaal de straat op. “Wij eisen hout!”was op de spandoeken te lezen. Zonder bomen was het immers behoorlijk moeilijk geworden om huizen, tafels, stoelen, boten en, nou ja … bakkerijen te bouwen, om er maar een paar te noemen.

Sparks_one4allDe beweging groeide zo groot dat de bakkerijziekte niet langer de krantenkoppen haalde. Het was het verlies van hout dat timmerlieden werkloos maakte en waardoor het land in een noodtoestand raakte. Het was toen – en pas toen – dat de landelijke vereniging van burgemeesters het verbod op bomen ophief. Zij besloten dat ieder geval van bakkerijziekte zou worden beoordeeld alsof het op zichzelf bestond. “Als we één bakkerijziekte genezen, leren we daar zeker iets van voor alle andere bakkerijziekten. Een voor allen. Allen voor een!”, riepen de burgemeesters eenstemming uit.

En hoewel de dorpsverslaggever van Parkstad blij was met deze verandering van gedachten, was ze er niet zo zeker van dat het genezen van de ene bakkerijziekte ook anderen zou helpen genezen. Maar dat was een zorg voor later.

 

 

Reacties

Terug naar boven