Blog: Een ongenode gast
2 november 2023
Op een goeie morgen zaten we wat te keuvelen aan de ontbijttafel, ik en mijn echtgenote, bij een kopje koffie. Mieke, mijn echtgenote, merkte plots op dat het koffielepeltje dat ik met mijn rechterhand vasthield nogal zenuwachtig op en neer zwiepte en vroeg of ik soms een 'tic' had. Ik keek naar het lepeltje, wijzigde mijn greep een weinig en gedaan. Dat was het.
Destijds, en nu nog, ondernamen we wel eens een fietstochtje. Wel recreatief, tegenwoordig met een E-bike.
We maken daarbij gebruik van de fietsknooppunten, hiermee stippel je snel en handig een route uit. Het voordeel is dat je aangename fietspaden krijgt en dat de knooppunten en hun zeer duidelijke bewegwijzering je vlot en zonder veel zoeken door het landschap leiden. Je moet natuurlijk wel je 'knooppuntroute' noteren op een papiertje, of als wat moderner ingesteld bent gebruik je een appje.
Tijdens de rit dien je natuurlijk een paar keer te oriënteren teneinde de, route, niet te verliezen. Het fietsen ging lekker, mooi weer en rustige fietspaden. We hadden net een tussenstop gemaakt om de innerlijke mens wat te versterken. Toen we weer op weg gingen, nam ik mijn 'routepapiertje' en probeerde uit te zoeken welk ons volgend knooppunt zou worden. Ik zeg wel probeerde. Het papiertje met de kleine cijfertjes erop, ik heb altijd wel een verschrikkelijk geschrift gehad, fladderde zo hevig heen en weer dat ik nauwelijks iets kon lezen. Dan maar vastgenomen met de linkerhand en toen was het fladderen weg, nog eens geprobeerd met de rechterhand en daar was het fladderen weer.
De daaropvolgende week ging ik op raadpleging bij de huisarts. Hij aanhoorde mijn relaas en stelde voor om een 'neuroloog' te raadplegen, zonder meer. Dus een afspraak gemaakt bij een neuroloog, en hoppekee, 3 weken later zaten we bij een 'assistent neuroloog'. We waren in een universitair ziekenhuis waar wel meer 'studenten' assistent waren. Deze aanhoorde ons relaas over de bevende duim en wijsvinger van de rechterhand, deed nog enige tests die me iets of wat vreemd overkwamen om dan tot het besluit te komen dat hij toch even zijn mentor wou raadplegen. Hij haalde er een 'professor' bij, zijn mentor en deze bevestigde wat de assistent vermoedde: de diagnose was dat ik parkinson zou hebben.
Mijn echtgenote en ik keken mekaar aan en grapten, nu heb ik nog een 'oudemansaandoening' er bovenop. De assistent was ontdaan door deze lakonieke houding en vertelde ons verbouwereerd dat het wel om een ernstige aandoening ging en dat de gevolgen zeer verstrekkend konden zijn. Ik was toen 52 jaar. Wisten wij veel…