Blog: De fiets
25 juni 2021
Elke keer dat Hans zijn elektrische fiets in de garage ziet staan, zegt hij: ”Ik wil een eindje fietsen.” En ook elke keer moet ik dan uitleggen dat hij na acht valpartijen in twee jaar zelf besloot dat het fietsen niet meer gaat. De fiets mag van hem ook niet weg. En ik vind dat ik moet wachten tot hij zegt: “Verkoop hem maar.” Heel veel mensen snappen dat niet. Die vinden dat ik dat moet doen zonder hem te raadplegen. Dat doe ik niet. Hij zal er zelf wel een keer mee komen.
Bij de laatste valpartij moest ik hem uit een bramenstruik naast het fietspad krijgen. Dat lukt alleen maar met hulp van anderen. Gelukkig zijn die mensen er steeds en ze zijn altijd heel hulpvaardig. Hij is loodzwaar en door zijn stijfheid kan hij niet overeind komen. We mogen van geluk spreken dat hij er nog steeds zonder botbreuken vanaf is gekomen. Wel waren er bloedige verwondingen aan zijn handen en zijn benen plus natuurlijk de nodige blauwe plekken.
Ik probeer erachter te komen waarom hij in een greppel, een bloemperk of naast een sloot valt. Eén keer zei hij: “Ik wilde rechtdoor, maar parkinson stuurde mij rechts.” Vaak zijn er wegversmallingen, is er een donker stuk weg of een onoverzichtelijke bocht in de buurt als hij viel.
En weer zijn er mensen die zeggen dat ik hem moet verbieden om te fietsen. Ik vind dat Hans geen klein kind is dat ik kan sturen en opvoeden. Met zachte stem zeg ik dan dat het me niet verstandig lijkt om nog te gaan fietsen.
De fietsenhandelaar kwam na een jaarlijkse beurt de fiets terugbrengen. Hans kwam erbij. De man zei : “Hans, doe het nu toch niet meer. Je bent er nog steeds goed van afgekomen. Denk erover na of je de fiets wilt verkopen. Overhaast je niet. Als je het weet, haal ik de fiets op en probeer ik hem voor jou te verkopen. Wees nou verstandig.”
Na twee dagen zei Hans dat ik de fietsenhandelaar kon bellen.