Blog: 'Wat was de gelukkigste tijd van je leven?'
29 april 2021
‘Wat was de gelukkigste tijd van je leven?’ Ergens vorig jaar, betrapte ik me op de volgende overweging: als ik in het najaar van 2018 en de daaropvolgende winter, om wat voor reden dan ook, had moeten kiezen tussen blijven of vertrekken, had ik er misschien wel voor gekozen om er nu niet meer te zijn.
Dat klinkt stoer. Ook al zit er in het woord ‘misschien’ een voorbehoud. Ik heb besloten dat ik niet gereanimeerd wil worden. De verklaring die daarvoor nodig is, heb ik nog niet opgesteld. Een medaillon voor om mijn hals heb ik nog niet besteld. Zonder een verklaring en zonder een kettinkje om je nek lappen de ambulancebroeders je gewoon weer op als je op straat een beroerte krijgt. Dat is niet de bedoeling als je niet gereanimeerd wilt worden. Ik weet het, maar ik laat het tot nu toe gewoon voor wat het is. De uitvoering van het voornemen is een stuk minder parmantig dan het voornemen zelf. Ook hier. Een stuk minder stoer.
Ik hang dus nog gewoon heel erg aan het leven. Het leven dat ik in deze periode van mijn leven aan het leven ben wil ik nog niet missen. Dat ik er anderhalf jaar geleden misschien voor gekozen had om er nu niet meer te zijn was een oprisping, een verzuchting uit een periode dat ik zwarte sneeuw zag. Niet meer dan dat. Mijn eind staat morgen niet bij me op de stoep en ik begin ’s morgens nog steeds met plezier aan een nieuwe dag. Ik kan er dus lekker vrijblijvend over babbelen en filosoferen. Maar toch. Ik kijk anders naar de toekomst dan vijf jaar geleden.
‘Wat was de gelukkigste tijd van je leven?’, vroeg onze dochter me een keer. ‘Dat is zeker niet de periode waarin ik nu leef.’
Als ik tijd van leven heb, is de kans groot dat ik dement en depressief in een rolstoel eindig. Ik sta niet met die gedachte op en ga ik er niet mee naar bed.
Toch vind ik het vooruitzicht er niet meer te zijn, vele malen aangenamer dan dat.