Blog: De ziekte van Parkinson als 'man-made disease'. Deel II: De voorbeschouwingen
8 december 2019
Deze blogpost is de tweede uit een serie blogposts over de relatie tussen de ziekte van Parkinson en de blootstelling aan pesticiden. Met deze blogposts wil ik opkomen voor de belangen van mensen die in de toekomst een neurodegeneratieve ziekte zoals Parkinson gaan krijgen omdat zij gevoelig zijn voor nadelige effecten van bepaalde pesticiden. In deel I vertel ik over mijn eigen blootstelling aan pesticiden en leid ik het onderwerp in. In deel II verken ik de neurotoxiciteit van de twee meest gebruikte pesticiden in Nederland en probeer ik zinvolle vervolgvragen te formuleren.
"Everyone is not equal, and safety standards need to be updated in order to protect those who are more susceptible and may not even know it"
In een uitzending van Zembla zien we schrijnende gevallen van de ziekte van Parkinson bij boeren die jarenlang gewasbeschermingsmiddelen – waaronder het fungicide mancozeb (MZ) – gebruikten en gebruiken. Ook aanwonenden melden zich.
De uitzending wakkert bij velen – waaronder bij mijzelf en bij de Parkinson Vereniging – een smeulend vuurtje aan. De Parkinson Vereniging krijgt na de aflevering ruim 60 meldingen binnen van mensen die hun ziekte van Parkinson in verband brengen met blootstelling aan pesticiden. Ook bij mijzelf staan pesticiden op mijn persoonlijke Parkinson bingo kaart.
De media besteedt aandacht aan de uitzending van Zembla, er worden Kamervragen gesteld en er komen antwoorden van de minister van Landbouw Carola Schouten. Antwoorden die zo weinig concreet zijn, dat er vanuit de Parkinson Vereniging een brief terug in de maak is waarvoor ik mijn input lever. Daarnaast buig ik me voor mezelf en voor de Parkinson Vereniging over een stapel literatuur, trek ik conclusies en probeer ik zinvolle vervolgvragen te formuleren
EEN VISUELE SAMENVATTING
De stapel literatuur is overweldigend. Ik maak me zorgen dat de bevindingen wellicht niet allemaal even leesbaar en interessant zullen zijn voor jullie, lezers van mijn blog.
Daarom besluit ik een visuele samenvatting te maken van de belangrijkste conclusies en formuleer ik vervolgvragen die mij persoonlijk bezighouden. Deze samenvatting vinden jullie het themadossier Parkinson en pesticiden van de Parkinson Vereniging. En daar weer onder kunnen jullie – indien gewenst – de wetenschappelijke onderbouwing terugvinden.
DE ONDERBOUWING
Om te zien waar de beweringen uit de slideshow hierboven op gebaseerd zijn, kun je onderstaand deel van deze blog doorlezen. Je vindt er de bevindingen nog eens terug, voorzien van een iets uitgebreidere toelichting met bronvermelding.
I. Blootstelling aan pesticiden verhoogt de kans dat je parkinson krijgt
II. Als je blootgesteld bent aan pesticiden, krijg je gemiddeld jonger parkinson
"It seems safe to conclude that occupational exposure to pesticides brings about at least 50% increased risk for contracting a neurodegenerative disease"
Word jij dagelijks blootgesteld aan pesticiden? Dan betekent dat nog niet dat jij de ziekte van Parkinson gaat krijgen. Was het maar zo eenvoudig, zou ik bijna zeggen …. Parkinson is een complexe ziekte die zich in de loop van jaren ontwikkelt en de ziekte manifesteert zich door een interactie van genetische en omgevingsfactoren (o.a. Johnson, 2018). Sommige mensen zijn – zonder dat zij dat weten – kwetsbaarder voor blootstelling aan pesticiden dan anderen.
Wel is het boven elke wetenschappelijke twijfel verheven dat het gebruik van pesticiden de kans vergroot dat mensen een neurodegeneratieve ziekte zoals Parkinson krijgen. Uit een review van studies naar beroepsmatige blootstelling aan pesticiden (lees langdurig en in relatief hoge concentraties) blijkt dat die hogere kans minimaal 50% is (Gunnarsson, 2019). Om invoelbaar te maken wat die 50% betekent, moet je je voorstellen dat voor elke twee mensen die Parkinson krijgt er 1 extra bijkomt die geen parkinson had hoeven krijgen als hij of zij niet beroepsmatig was blootgesteld aan bepaalde pesticiden.
Nayaran, e.a. (2017) trekken soortgelijke conclusies en laten zien hoe het daadwerkelijke risico afhangt van de duur, nabijheid en intensiteit van blootstelling en van het gebruikte pesticide/pesticidemengsel. Een saillant detail uit deze studie: zij die persoonlijke beschermingsmiddelen hadden gebruikt, hadden juist een grotere kans om parkinson te krijgen. De auteurs denken dat dit komt omdat zij zich waarschijnlijk in een situatie van hogere blootstelling bevonden (anders doe je geen beschermende kleding aan) en/of omdat de persoonlijke bescherming faalde.
Bronnen:
- Cuhra, M., Bohn, T., Cuhra, P. (2016). Glyphosate: Too much of a good thing? Frontiers in Environmental Science. https://doi.org/10.3389/fenvs.2016.00028 (Open Access)
- Johnson, M. E. , Stecher, B. , Labrie, V., Brundin, L., Brundin, P., (2018), Triggers, Facilitators, and Aggravators: Redefining Parkinson’s Disease Pathogenesis. Trends in Neurosciences, 2 (1), 4-13. https://doi.org/10.1016/j.tins.2018.09.007 (Open Access)
- Gunnarsson, L-G., Bodin, L. (2019). Occupational Exposures and Neurodegenerative Diseases—A Systematic Literature Review and Meta-Analyses. Int. J. Environ. Res. Public Health, 16(3), 337 https://doi.org/10.3390/ijerph16030337 (Open Access)
- Narayan, S., Liew, Z., Bronstein J.M., Ritz, B. (2017). Occupational pesticide use and Parkinson’s disease in the Parkinson Environment Gene (PEG) study. Environ Int. 2017 Oct;107 266-273. https://doi.org/10.1016/j.envint.2017.04.010 (Te bekijken via https://europepmc.org/articles/pmc5629094)
- Richardson, J. R., Fitsanakis, V., Westerink, R. H. S., & Kanthasamy, A. G. (2019). Neurotoxicity of pesticides. Acta Neuropathologica. 138: 343. https://doi.org/10.1007/s00401-019-02033-9 (Closed Access)
III. De twee meest gebruikte pesticiden in Nederland - glyfosaat en mancozeb - hebben neurotoxische effecten
In reviews die kijken naar de relatie tussen blootstelling aan pesticiden en het voorkomen van parkinson, wordt ook verwezen naar middelen die inmiddels zijn verboden in Europa. Dat deze middelen verboden zijn, is goed nieuws. Maar dan nog moeten we er alert op zijn dat de effecten van blootstelling nog naijlen. De bingokaart van mensen die nu Parkinson hebben of aan het krijgen zijn, is in het verleden mogelijk vol geraakt door een van deze verboden middelen. Dat is het frustrerende van de zaak. We lopen steeds achter de feiten aan en als een pesticide eenmaal is toegelaten, ligt de bewijslast bij de blootgestelden.
Om te kijken hoe het staat met de neurotoxiciteit van middelen die nog wel in de handel zijn, ben ik begonnen om voor de Parkinson Vereniging de wetenschappelijke literatuur voor glyfosaat en mancozeb te bekijken. Volgens het CBS waren deze twee pesticiden de koplopers in Nederland in 2016 (recentere data zijn er nog niet). Mancozeb werd gebruikt op 168000 ha landbouwgrond en glyfosaat op 156000 ha. Dat een stof het meest gebruikt is, wil niet zeggen dat het de meest gevaarlijke stof is maar we moeten ergens beginnen.
Voor glyfosaat en mancozeb scande ik de wetenschappelijke literatuur op associaties met (neuro)toxiciteit.
- Glyfosaat wordt in verband gebracht met neurotoxiciteit, gedragsverandering, transgenerationele toxicologie en aantasting van het microbioom (darmbewoners) van diverse organismen. Daarnaast zijn er case studies van Parkinsonisme in de mens bekend.
- Blootstelling aan mancozeb (MZ) wordt in verband gebracht met een verhoogde kans op Parkinson en immunotoxiciteit in de mens. Daarnaast leidt blootstelling tot neurodegeneratie, genotoxiciteit en gedragsstoornissen in een verscheidenheid aan organismen.
DE BEWIJSLAST
Er blijft zeker een belangrijke uitdaging bestaan om werk op celniveau te vertalen naar menselijke populaties. En epidemiologische studies leggen weliswaar verbanden bloot tussen de blootstelling aan een pesticide en de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson, maar vertellen ons niets over het mechanisme waarlangs toxiciteit tot stand komt (Richardson, 2019). Het probleem is echter dat – terwijl we via wetenschappelijk onderzoek naar ‘zekerheid’ zoeken die echt niet binnen handbereik ligt – onze bevolking en leefomgeving gewoon blootgesteld mogen blijven worden aan pesticiden die verdacht zijn.
De bewijslast ligt aan de verkeerde kant van de tafel.
Dat de bewijslast niet ligt waar deze hoort, komt o.a. omdat de discussie zich teveel verdunt en daardoor gemakkelijker – en onterecht – onder het tafelkleed kan worden geschoven.
Want wat zou er gebeuren als we beter zouden kijken?
Om wiens blootstelling gaat het eigenlijk?
Bij de Parkinson Vereniging zijn in een paar weken tijd 60 meldingen binnengekomen van mensen die hun ziekte van Parkinson in verband brengen met blootstelling aan pesticiden. Bij het FNV kwamen nul meldingen binnen. Een feit waar je al snel de verkeerde conclusies uit kunt trekken. Betekent nul meldingen dat het probleem niet bestaat of dat we op de verkeerde plekken kijken?
Veel agrariërs zijn namelijk helemaal niet zijn aangesloten bij de FNV en zien ook geen bedrijfsartsen. Zij zijn immers zelfstandige. Ook zal niet iedereen die ziek wordt de relatie met pesticiden leggen. Daar is veel voorlichting voor nodig en een toegeven dat die relatie bestaat.
Verder is het niet alleen de beroepsbevolking die zich bij de Parkinson Vereniging heeft gemeld, maar zijn het ook ‘omwonenden’, kinderen van agrariërs of mensen die in het laboratorium hebben gewerkt met pesticiden. Daarnaast blijkt uit wetenschappelijke studies dat kinderen in de buik al vatbaar zijn voor de schadelijke effecten van pesticiden en zij kunnen zich zeker niet melden. Datzelfde geldt natuurlijk voor toekomstige generaties, Gezien het feit dat vooral een zich ontwikkelend zenuwstelsel gevoelig is voor verstoring, is uiterste zorgvuldigheid geboden.
Eerder dit jaar kwam er een RIVM-rapport uit over het risico van omwonenden bij blootstelling aan pesticiden. In het rapport concludeert RIVM dat de concentraties bij aanwonenden niet boven de geldende normen uitkomen. Maar wat nou als deze normen niet kloppen voor kwetsbare groepen? N.a.v. het rapport heeft onze minister van volksgezondheid – minister Bruins – advies gevraagd aan de gezondheidsraad:
"Ik vraag u te adviseren in hoeverre de huidige toelatingsbeoordeling voldoende beschermend is voor de gezondheid van omwonenden – in het bijzonder die van kwetsbare groepen zoals zwangere vrouwen en kinderen – en of de toelatingsbeoordeling rekening houdt met mogelijke cognitieve effecten"
Deze erkenning is belangrijk, maar het rapport wordt pas in de zomer van 2020 verwacht en in de tussentijd gaat de blootstelling gewoon door, terwijl we uit de literatuur al lang weten dat de genoemde groepen beter beschermd zouden moeten worden.
Kijken we wel op de goede manier naar de blootstelling aan pesticiden?
In deze blogpost staan twee pesticiden centraal. Er is een enorm grote hoeveelheid potentieel (neuro)toxische middelen op de markt en het een voor een afwerken van al die middelen gaat natuurlijk veel te veel tijd kosten. Zo blijven we – reactief – achter de feiten aanlopen. Daarnaast weten we maar weinig over de effecten van gecombineerde en cumulatieve blootstelling. Minster Bruins snapt dit ook en schrijft:
"Ook vraag ik u te beschrijven in hoeverre de toelatingsbeoordeling voldoende beschermend is voor cumulatieve effecten van meerdere gewasbeschermingsmiddelen"
Naast dat ik het schokkend vind dat hier blijkbaar niet eerder naar is gekeken, is het tijdens de duur van het onderzoek ‘business as usual’.
Er is in de tussentijd echt meer actie nodig en mogelijk.
Een paar voorbeelden:
- Maneb is al verboden in de EU, maar mancozeb nog niet. Daarnaast zijn er nog meer zogeheten dithiocarbamaat fungiciden zoals cupreb, ferbam, mancopper, metiram, propineb, thiram, zineb en ziram op de markt. Voor al deze stoffen is in de AGRICAN cohort studie een relatie met Parkinson gevonden. Misschien is dat een hint om stoffen die hetzelfde werkingsmechanisme hebben in 1 x te (her)beoordelen in plaats van per stof?
- Waarom zijn er bestrijdingsmiddelen zoals glyfosaat op de markt die door de bloed-hersenbarrière heen kunnen? Dat lijkt me niet echt de tip van de dag.
Bron:
Pouchieu, C., Piel, C., Carles, C., Gruber, A., Helmer, C. (2017). Pesticide use in agriculture and Parkinson’s disease in the AGRICAN cohort study. International Journal of Epidemiology, 299-310. https://doi.org/10.1093/ije/dyx225 (Open Access)
Kijken we niet te nauw naar de mogelijke effecten?
Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt dat gedragsstoornissen een biomarker kunnen zijn van toxiciteit (e.g. Brody, 2013). Een biomarker kan ons iets vertellen over een proces dat gaande is in ons lichaam.
Het gaat er niet alleen om dat blootstelling aan pesticiden de kans vergroot dat we er uiteindelijk zichtbaar Parkinson van kunnen krijgen. De mogelijke prodromale symptomen die daar al jaren aan vooraf gaan, zijn ook belangrijk om mee te nemen. Denk dan inderdaad aan symptomen zoals gedragsverandering, maar ook aan veranderingen in het darmmicrobioom en een verzwakking van ons immuunsysteem.
Daarnaast is Parkinson maar een van de vele (neuro)degeneratieve ziekten. Zo beschrijft Martins (2019) bijvoorbeeld een aantal mechanismen die ten grondslag kunnen liggen aan door mangaan geïnduceerde neurodegeneratie. Volgens de auteurs wordt een veelheid aan neurodegeneratieve aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson (PD), de ziekte van Alzheimer (AD), de ziekte van Huntington (HD) en amyotrofische laterale sclerose (ALS) gekenmerkt door metaal dyshomeostase welke kan bijdrage aan ziekte-specifieke eiwitopstapelingen.
Bronnen:
- Brody, A.H., Chou, E., Gray, J.M., Pokyrwka, N.J., Raley-Susman, K.M. (2013). Mancozeb-induced behavioral deficits precede structural neural degeneration. Neurotoxicology, 34, 74-81. https://doi.org/10.1016/j.neuro.2012.10.007 (Open Access)
- Martins, A.C., Morcillo, P., Ijomone, O.M., Venkataramani, V., Harrison, F.E., Lee, E., Bowman, A.B., Ascher, M. (2019). New insights on the rol of Manganes in Alzheimer’s Disease and Parkinson’s Disease. Int. J. Environmental Research and Publich Health. 16(19), 3546. https://doi.org/10.3390/ijerph16193546 (Open Access)
EPILOOG
Dit was een zeer uitdagende blogpost om te schrijven. De vraag is nu:
Wat gebeurt er als het rapport is afgerond, de Kamervragen zijn gesteld, de Zembla aflevering is bekeken, de wetenschappelijke publicatie is geschreven, de conclusie is getrokken, de blog is geschreven en het statement is gemaakt? Wie voelt zich verantwoordelijk om de afzonderlijke acties in een groter verband te blijven zetten?
Willen we wachten tot de wetenschap ‘weet’ hoe de huidige landbouwpraktijken schadelijk zijn voor onze (toekomstige) gezondheid? Of is de twijfel voldoende gezaaid om innovatie te willen oogsten?
Met deze vragen in mijn achterhoofd vervolg ik mijn pad.
Ik houd jullie op de hoogte.
MEER LEZEN?
Zie ook:
- Deel I: De voorbeschouwingen
- Deel III: De update
- Deel IV: De struisvogelpolitiek en het boerenverstand
- Deel V: De krant en de tussenstand
Disclaimer: Deze posts schrijf ik voor eigen rekening en niet namens de Parkinson Vereniging.
Officiële verklaringen van de Parkinson Vereniging vind je op hun eigen website.