Literatuuronderzoek naar de werkzaamheid en veiligheid van verschillende medicijngroepen bij de ziekte van Parkinson
4 maart 2024
Vibuthi Sisodia, onderzoek in het Amsterdam UMC, deed uitgebreid literatuuronderzoek. Dit onderzoek richtte zich op de werkzaamheid en veiligheid van verschillende medicijngroepen als aanvullende behandeling op levodopa. Voor de Parkinson Vereniging schreef zij een samenvatting.
Door: Vibuthi Sisodia
De werkzaamheid en veiligheid van verschillende medicijngroepen als aanvullende behandeling op levodopa zijn onderzocht voor patiënten met de ziekte van Parkinson en hinderlijke bewegingsklachten, zoals stijfheid, traagheid en beven. De onderzochte medicijngroepen omvatten COMT-remmers, dopamine-agonisten, en MAO-B-remmers. Voorbeelden van COMT-remmers zijn entacapon, opicapon, van dopamine-agonisten roponirol, pramipexol en rotigotine en van MAO-remmers rasagiline en selegeline.
Uit de analyse van 74 onderzoeken met gegevens van 18.693 patiënten die al levodopa gebruikten, blijkt dat alle drie de medicijngroepen de bewegingsklachten verminderen in vergelijking met placebo. Zowel het aantal dagelijkse OFF-momenten als de ernst van de bewegingsklachten nemen af na toevoeging van deze medicijnen. Op basis van verschillende directe en indirecte vergelijkingen lijkt het toevoegen van dopamine-agonisten de meest werkzame aanvullende behandeling te zijn voor de bewegingsklachten. Alle medicijngroepen gaan in vergelijking met placebo gepaard met meer bijwerkingen, waaronder overbeweeglijkheid (dyskinesieën). Pramipexol vertoont in de analyses de meest gunstige balans tussen werkzaamheid en bijwerkingen.
Wat betekent dit onderzoek voor de praktijk?
COMT-remmers, dopamine-agonisten, en MAO-B-remmers laten allemaal een verbetering van de bewegingsklachten bij de ziekte van Parkinson zien. Volgens de resultaten van het literatuuronderzoek lijkt het gunstig om als eerste dopamine-agonisten, zoals pramipexol, toe te voegen als levodopa alleen niet voldoende is. In de praktijk kan echter een ander medicijn effectiever zijn of beter aansluiten bij de individuele behoeften. Het is daarom belangrijk om samen met de behandelaar af te stemmen wat de meest geschikte aanvullende behandeling voor u is.