Archief

  1. Rijondersteuning kan oudere autobestuurder helpen

    Oudere, ervaren automobilisten kunnen baat hebben bij systemen die tijdens het rijden verkeersinformatie aanbieden, de zogeheten advanced driver assistance systems (ADAS). Dat blijkt uit onderzoek dat Mandy Dotzauer deed in het Universitair Medisch Centrum Groningen. Bestuurders met ADAS waren minder vaak betrokken bij botsingen, staken kruisingen vlotter over en reden sneller dan bestuurders zonder ADAS. Voor oudere bestuurders met de ziekte van Parkinson lijkt een systeem dat alleen informatie geeft niet genoeg; zij lijken behoefte te hebben aan een systeem dat ook kan ingrijpen. Dotzauer promoveert op 21 januari aan de Rijksuniversiteit Groningen.

    Toon volledig bericht

  2. Lichttherapie in breder perspectief 

    Leefstijl en leefsituatie veranderen

    Is de verstoorde biologische klok ook te herstellen met een andere leefwijze of leefomstandigheden? Met andere woorden, is de therapie wel echt nodig?  In dit geval zijn er zeker aanknopingspunten. De patiënt zou meer naar buiten kunnen gaan, gebruikmakend van zon- en daglicht. Deze natuurlijke belichting zal helpen de biologische klok in orde te brengen of te houden.

    Toon volledig bericht

  3. Wachtlijsten DBS aan de orde in Tweede Kamer

    In het wekelijkse Vragenuur in de Tweede Kamer hebben de Kamerleden Corinne Ellemeet (GroenLinks) en Aukje de Vries (VVD) vragen gesteld over de lange wachtlijsten voor een Deep Brain Stimulation (DBS-operatie). De aanleiding hiervoor was een uitgebreid artikel hierover, dat afgelopen weekend verscheen in de Telegraaf.

    Toon volledig bericht

  4. Eiwitlevels gerelateerd aan parkinsonsymptomen

    De ziekte van Parkinson kan zich verschillend uiten per patiënt, met ieder zijn/haar eigen symptomen en ernst. Tot voor kort was er nog geen biologische verklaring voor deze verscheidenheid tussen patiënten. Maar een onderzoeksgroep aan Colombia University heeft gevonden dat het eiwitgehaltes in de ruggenmergvloeistof gekoppeld zijn aan specifieke parkinsonsymptomen. Bij dit onderzoek waren 120 matig gevorderde parkinsonpatiënten en 100 gezonde vrijwilligers betrokken. Verschillende biologische stoffen werden gemeten op twee tijdstippen over twee weken.

    Toon volledig bericht

  5. Gesprekshulp voor de late fase bij atypisch parkinsonisme

    De Gesprekshulp voor de late fase bij atypisch parkinsonisme is samengesteld door gemandateerde werkgroepleden van het RadboudUMC, LUMC, VUmc, Meander Medisch Centrum, ParkinsonNet en Parkinson Vereniging.

    Toon volledig bericht

  6. Gesprekshulp voor de late fase van de ziekte van Parkinson

    Praten over de late fase van de ziekte van Parkinson of het levenseinde is niet makkelijk. Zowel mensen met parkinson, hun naasten als zorgverleners vinden het vaak een moeilijk onderwerp. Maar het is wel heel belangrijk, om daarmee de juiste zorg te bieden en krijgen die past bij de wensen en behoeften.

    Toon volledig bericht

  7. Tekort aan signaalstof acetylcholine speelt mogelijk rol bij hallucinaties bij parkinson

    Dagmar Hepp, neuroloog in opleiding, deed onderzoek naar de onderliggende ziektemechanismen van visuele hallucinaties (het zien van dingen die er niet zijn) bij de ziekte van Parkinson. Uit Hepps onderzoek komt naar voren dat Parkinsonpatiënten met hallucinaties meer cognitieve problemen, zoals een gestoorde aandacht, en meer uitgesproken symptomen van angst, depressie en een verstoorde slaap hebben dan Parkinsonpatiënten zonder hallucinaties. Hepp: "Tekorten aan andere boodschapperstoffen in de hersenen dan dopamine, zoals acetylcholine, zouden een rol kunnen spelen bij het ontstaan van zowel de hallucinaties als deze andere symptomen." Dagmar Hepp promoveert op 10 januari bij VUmc.

    Toon volledig bericht

  8. Roken en de ontwikkeling van motorische en niet-motorische verschijnselen van de ziekte van Parkinson

    Er is enig bewijs dat roken en het moment waarop parkinsonsymptomen zich manifesteren met elkaar te maken hebben. In deze studie werden 262 deelnemers bevraagd over hun huidige en vroegere rookgewoontes, met name hoe lang en hoeveel ze gerookt hadden. Ze werden ook bevraagd over gedragsstoornissen, depressie, slaapproblemen, reukproblemen (hyposmia) en obstipatie.

    Toon volledig bericht

  9. De geschiedenis van MPTP als model voor de ziekte van Parkinson

    In 1982 werd Dr. Bill Langston, neuroloog, verzocht een bijzondere patiënt te onderzoeken. De patiënt was duidelijk wakker maar vertoonde geen of hoogstens onvrijwillige bewegingen. De artsen van de neurologie-afdeling en die van de psychiatrische afdeling konden het niet met elkaar eens worden over de diagnose. De neurologen dachten aan een psychiatrische kwaal, de psychiaters dachten aan een neurologische oorzaak. De voorlopig gestelde diagnose was catatonische schizofrenie (niet kunnen bewegen door psychisch trauma). Dr. Langston had ervaring met patiënten met catatonische schizofrenie en kon daarom vaststellen dat bij deze patiënt de rigiditeit meer op de ZvP wees. Met behulp van de media ontdekten ze al snel zes vergelijkbare gevallen. Deze hadden gemeenschappelijk dat ze allen eenzelfde nieuwe heroïnevariant hadden gebruikt. Deze heroïne bleek uit MPTP te bestaan in plaats van MPPP. De symptomen van deze patiënten leken sterk op die van de ZvP en toedienen van L-dopa leidde direct tot veranderingen zoals bij de ZvP. 

    Toon volledig bericht

  10. Parkinson en koffie

    Heeft koffie drinken een positief of negatief effect voor patiënten met de ziekte van Parkinson? In een onderzoek waar verschillende onderzoeksgroepen aan meededen, kregen 60 patiënten met een diagnose van ZvP sinds 1 tot 8 jaar een capsule met 200 mg caffeïne en 60 vergelijkbare patiënten een capsule met een placebo.

    Toon volledig bericht

Terug naar boven