Spaanse consensus over toepassing van dopamineagonisten
20 november 2023
Een recente Spaanse publicatie doet aanbevelingen voor het gebruik van dopamineagonisten in de praktijk. Er is een grote mate van overeenstemming tussen die Spaanse aanbevelingen en de aanbevelingen in de Nederlandse Richtlijn van de Federatie van Nederlandse Specialisten.
Door werkgroep wetenschapsnieuws
De ziekte van Parkinson wordt gekenmerkt door een tekort aan dopamine, dat ontstaat doordat zenuwcellen minder goed functioneren en afsterven. Bij de behandeling met levodopa wordt het tekort aan dopamine aangevuld aangezien zenuwcellen levodopa omzetten in dopamine. Dopamine is een boodschapperstof. Daardoor kan een tekort aan dopamine ook behandeld worden door de ontvangende zenuwcellen gevoeliger te maken, met zogenaamde dopamineagonisten. Er zijn verschillende stoffen die zo’n versterkende werking hebben. Bekend zijn bv rotigotine, ropinirol en apomorfine. Een recente Spaanse publicatie doet aanbevelingen voor het gebruik van dopamineagonisten in de praktijk. Er is een grote mate van overeenstemming tussen die Spaanse aanbevelingen en de aanbevelingen in de Nederlandse Richtlijn van de Federatie van Medisch Specialisten. Deze richtlijn (318 pagina’s) is ontwikkeld door samenwerkende Nederlandse neurologen en in overleg met o.a. de Parkinson Vereniging. De richtlijn bevat naast aanbevelingen uitgebreide toelichtingen.
De methode
Bijzonder aan de Spaanse publicatie is de zorgvuldige, in detail beschreven werkwijze. In een eerste stap werd een groep van twaalf deskundige parkinsonneurologen gevraagd om een lijst van aandachtspunten op te stellen. Daarbij werd gebruik gemaakt van bestaande publicaties. Het resultaat werd voor commentaar voorgelegd aan een panel van 48 Spaanse neurologen. De commentaren werden verwerkt, en dit resulteerde in een lijst met mogelijke aanbevelingen voor de toepassing van dopaminagonisten in de praktijk. Tenslotte kon ieder van de 12 deskundigen zijn of haar mening geven over de waarde van iedere aanbeveling. Op deze wijze kwam de groep tot 76 aanbevelingen voor verschillende situaties. Over de meeste aanbevelingen was een behoorlijke mate van overeenstemming.
De aanbevelingen
Van de aanbevelingen hadden er 12 betrekking op het vroege stadium van de ziekte. In dat stadium kan behandeling met alleen een dopamineagonist (dus zonder levodopa) effectief zijn, ook al is de werkzaamheid zwakker dan die van levodopa. Vermijden van het gebruik van levodopa zou de kans op de ontwikkeling van complicaties in een later stadium mogelijk beperken. Tegelijkertijd hebben dopamineagonisten ook weer hun eigen bijwerkingen.
Er waren 20 aanbevelingen die betrekking hadden op de behandeling van motorische complicaties in een later stadium van de ziekte. De aanbevelingen betreffen onder andere de keuze van een specifieke dopamineagonist, en de factoren waarop gelet moet worden, zoals de leeftijd van de patiënt en het mogelijke effect op andere parkinsonklachten.
De resterende aanbevelingen hadden betrekking op mogelijke bijwerkingen en specifieke omstandigheden, zoals bij cognitieve problemen.
Het besproken artikel geeft de stand van zake in de klinische praktijk. Ongeveer tegelijk verschenen er ook twee artikelen die suggereren dat er nog wel verbetering mogelijk is.
Nieuwere inzichten
Een Japanse groep vergeleek de verschillende manieren om complicaties in het gevorderde stadium te beperken. Ze keken onder andere naar de werkzaamheid en de verdraagbaarheid. Ropinirol, pramipexol en safinamide hadden de hoogste score op die criteria. Bij alle onderzochte medicatie was er kans op bijwerkingen.
Een andere recente publicatie, van een Duitse groep, suggereerde een manier om die bijwerkingen te beperken. Bijwerkingen zouden kunnen ontstaan omdat specifieke dopamineagonisten op een specifieke wijze op specifieke dopaminereceptoren inwerken. Dat zou voor ieder mens weer wat anders zijn, en dus zou je bijwerkingen kunnen beperken met een op de persoon afgestemde dopamineagonist. Dit is interessant, want juist over de manier waarop bijwerkingen konden worden voorkomen bestond de minste overeenstemming onder de Spaanse deskundigen.
Literatuur
D. Santos García, J. Pagonabarraga Mora, F. Escamilla Sevilla, P.J. García Ruiz, J. Infante Ceberio, J. Kulisevsky Bojarski, G. Linazasoro Cristóbal, M.R. Luquín Piudo, J.C. Martínez Castrillo, S. Jesús Maestre, L. Vela Desojo, F.J. Campos Lucas, F. Caballero Martínez, P. Mir, Dopamine agonist therapy in Parkinson’s disease: Spanish expert consensus on its use in different clinical situations, Neurología (English Edition), 2023,
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S2173580823000378
Richtlijn ziekte van Parkinson. Federatie Medisch Specialisten
https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/ziekte_van_parkinson/startpagina_ziekte_van_parkinson.html
Sako, W., Kogo, Y., Koebis, M. et al. Comparative efficacy and safety of adjunctive drugs to levodopa for fluctuating Parkinson’s disease - network meta-analysis. npj Parkinsons Dis. 9, 143 (2023). https://doi.org/10.1038/s41531-023-00589-8
Woitalla D, Buhmann C, Hilker-Roggendorf R, Höglinger G, Koschel J, Müller T, Weise D. Role of dopamine agonists in Parkinson's disease therapy. J Neural Transm (Vienna). 2023 May 11.
https://link.springer.com/article/10.1007/s00702-023-02647-0