Bijwerkingen van dopamine-therapie geassocieerd met genetische variaties

Bijwerkingen van dopamine-therapie geassocieerd met genetische variaties

9 augustus 2022

VDR is een eiwit dat een belangrijke rol speelt in veel cellen. Door genetische variaties zijn er mensen met afwijkende vormen van dit eiwit. Sloveens onderzoek heeft aangetoond dat bepaalde specifieke varianten invloed kunnen hebben op bijwerkingen van dopaminetherapie, zoals toegepast bij de ziekte van Parkinson. 

Door Werkgroep Wetenschapsnieuws

Het gaat dan bijvoorbeeld om visuele hallucinaties en een vorm van bloeddrukontregeling. Het was al bekend dat dragers van een andere variant een grotere kans hebben om de ziekte te krijgen. Dit werd bevestigd door het nieuwe onderzoek.

VDR staat voor vitamine-D-receptor. Het VDR-eiwit komt voor in veel weefsels en organen, ook in de hersenen. Het  kan een signaal afgeven dat invloed heeft op tal van biologische processen en helpt bij het reguleren van de activiteit van genen. Daarvoor moet  het wel eerst geactiveerd worden door (een vorm van) vitamine D. Vandaar de naam vitamine-D-receptor. In de hersenen draagt zo’n signaal bij aan de ontwikkeling van zenuwen, en ook aan de productie van een stof die nodig is voor de aanmaak van dopamine.

De code (‘het bouwplan’) voor het VDR-eiwit is bevat in het VDR-gen. Van dat gen is een groot aantal varianten bekend. Genvarianten kunnen waarneembare effecten hebben op de functie van het genproduct waarvoor ze coderen. Onderzoekers van de Universiteit van Ljubljana hebben nieuw onderzoek gedaan naar die effecten.

Aan het onderzoek namen in totaal 132 mannen en 99 vrouwen met parkinson mee en een vergelijkbare controlegroep. Bij de deelnemers werd erfelijk materiaal (DNA) verzameld uit bloedmonsters. Dit DNA werd vervolgens onderzocht op de aanwezigheid van specifieke VDR-gen-varianten, die al eerder in verband waren gebracht met de ziekte van parkinson.

Resultaten

Dragers van één van de genvariaties, VDR rs2228570 T genoemd, bleken een ongeveer 3 keer hoger relatief risico te hebben om parkinson te ontwikkelen. Eerder onderzoek had ook al laten zien dat deze genvariatie de kans op het ontstaan van de ziekte vergroot.

Nieuw waren associaties tussen VDR-genvarianten en bijwerkingen van dopaminetherapie. Een variant bleek de kans op orthostatische hypotensie bij dopaminetherapie te vergroten. Een andere variant had juist een onderdrukkende werking. Orthostatische hypotensie is een plotseling bloeddrukverlaging die ontstaat als men opstaat en die onder andere tot duizeligheid kan leiden. Nog weer een andere variant van het VDR-gen verkleinde de kans op het optreden van visuele hallucinaties bij dopaminetherapie.

Conclusie

Volgens de auteurs is het onwaarschijnlijk dat de gevonden verbanden op toeval berusten, en denken ze dat hun resultaten op termijn kunnen bijdragen aan een meer gepersonaliseerde behandeling van de ziekte van Parkinson. Op de vraag hoe dat er dan uit zou kunnen zien zijn ze het antwoord schuldig gebleven.

Bronnen

Sara Redenšek, Tilen Kristanc, Tanja Blagus, Maja Trošt en Vita Dolžan, 2022. Genetic Variability of the Vitamin D Receptor Affects Susceptibility to Parkinson’s Disease and Dopaminergic Treatment Adverse Events. Frontiers in Aging Neuroscience.
https://doi.org/10.3389/fnagi.2022.853277

Steve Bryson, 2022. Changes in Vitamin D Receptor Gene Tied to Disease Risk, Side Effects.
https://parkinsonsnewstoday.com/2022/05/12/genetic-variations-vitamin-d-receptor-linked-parkinsons-risk   

Terug naar boven