Biomarkers in de differentiaal diagnostiek van dementie
18 september 2019
Reesink richt zich in haar proefschrift op merkstoffen van dementie, een zeer veel voorkomende hersenziekte in de samenleving. Een betrouwbare biomarker kan het ziekteproces in een vroeg stadium aantonen en onderscheiden van andere hersenziekten. Haar proefschrift richt zich op biomarkers voor verschillende vormen van dementie; merkstoffen in de hersenvloeistof en in de moleculaire beeldvorming van de hersenen.
Fransje Reesink: Biomarkers in the differential diagnosis of dementia: Cerebrospinal fluid compounds- and nuclear molecular imaging tracers
Reesink richt zich in haar proefschrift op merkstoffen van dementie, een zeer veel voorkomende hersenziekte in de samenleving. Een betrouwbare biomarker kan het ziekteproces in een vroeg stadium aantonen en onderscheiden van andere hersenziekten. Haar proefschrift richt zich op biomarkers voor verschillende vormen van dementie; merkstoffen in de hersenvloeistof en in de moleculaire beeldvorming van de hersenen.
Liquorbiomarkers zijn eiwitmerkers in de hersenvloeistof en kunnen een onderliggende ziekte van Alzheimer (AD) vaststellen. Het AD liquor-biomarkerprofiel heeft een verlaagde concentratie Amyloid-beta, verhoogde Tau en gefosforyleerd Tau- eiwitten. De liquorbiomarkers zijn onderzocht in een diverse patiëntenpopulatie van een geheugenpolikliniek en er is overlap met andere vormen van dementie, zoals Dementie met Lewy lichaampjes (DLB), Corticobasale Degeneratie (CBD), Fronto-Temporale dementie (FTD) en Vasculaire dementie (VaD). De conclusie van dit onderzoek is dat de liquorbiomarkers nuttig zijn om de ziekte van Alzheimer betrouwbaar vast te stellen, maar dat ze nog onvoldoende kunnen differentiëren tussen andere vormen van dementie. Daarvoor zijn nieuwe specifieke biomarkers noodzakelijk. De liquorbiomarker α-Synucleine is onderzocht op het onderscheidend vermogen, maar blijkt onvoldoende diagnostische waarde te hebben om dementie als gevolg van de ziekte van Alzheimer te differentiëren van de ziekte van Parkinson en DLB.
In het tweede deel van haar proefschrift onderzocht Reesink de Positron Emmision Tomography (PET) biomarkers in verschillende vormen dementie. Met behulp van moleculaire beeldvormingstechnieken, zoals een Amyloid PET ligand, een chemische stof die zich bindt op de bindplaats van de receptor, kon Amyloidstapeling in de hersenen worden aangetoond en gelokaliseerd en gekwantificeerd. Dit is een betrouwbare marker voor de ziekte van Alzheimer. De combinatie van meerdere PET biomarkers wordt onderzocht in het ‘Dual PET’-onderzoek, waarvan de data-analyse grotendeels nog volgt.
Curriculum Vitae
Fransje Reesink (1975) studeerde Geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Zij was werkzaam als neuroloog in opleiding in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam West en als fellow in het Alzheimer Centrum Amsterdam. Sinds 2012 werkt ze als algemeen neuroloog in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en gedetacheerd in het Ommelander Ziekenhuis Groningen (OZG). Zij heeft in eerste instantie in het OZG de geheugenpolikliniek opgezet en later ook de jong-geheugenpolikliniek in het UMCG. Ze heeft meegeholpen met de opzet van het Alzheimer Centrum Groningen, dat op 24 januari dit jaar feestelijk geopend is. Tijdens deze periode werkte zij aan haar promotieonderzoek. De titel van haar proefschrift luidt: Biomarkers in the differential diagnosis of dementia. Cerebrospinal fluid compounds- and nuclear molecular imaging tracers.
(Bron: UMCG)