Hersenfunctie kenmerken bij visuele hallucinaties

Hersenfunctie kenmerken bij visuele hallucinaties

17 september 2019

Hallucinaties, oftewel iets waarnemen (zien, horen, ruiken, voelen, of proeven) dat er niet is, komen voor bij een scala aan neurologische (bijvoorbeeld de ziekte van Parkinson en dementie) en psychiatrische (bijvoorbeeld schizofrenie) ziektebeelden, maar ook bij mensen met hardhorendheid en slechtziendheid. Voor veel mensen vormen hallucinaties een ernstige aanslag op de kwaliteit van hun leven. Hallucinaties worden verschillend behandeld, afhankelijk van de onderliggende diagnose, zonder dat daar goede inhoudelijke argumenten voor bestaan.

Dauwan concludeert op basis van de bevindingen van haar proefschrift dat de beta band (d.w.z. snelle activiteit van de hersenen tussen 13-30 Hz op een elektro-encefalogram oftewel hersenfilmpje: meet elektrische activiteit van de hersenen) consistent het meeste is aangedaan bij de vier ziektebeelden die ze onderzocht heeft waarbij visuele hallucinaties (VH) voorkomen: de ziekte van Parkinson, dementie met Lewy-lichaampjes, de ziekte van Alzheimer en slechtziendheid.

Activiteit in hersenen verstoord

Snelle activiteit van de hersenen in de beta band speelt een belangrijke rol bij onze aandacht. Tevens zorgt deze snelle hersenactiviteit voor intensieve samenwerking tussen de verschillende hersengebieden die een rol spelen bij aandacht en ervoor zorgen dat we ‘bewust’ dingen waarnemen op basis van onze eerdere ervaringen, kennis (opgeslagen in ons geheugen) en verwachtingen. We weten uit eerder onderzoek dat een verstoorde aandacht mogelijk ten grondslag ligt aan VH in diverse aandoeningen. Dauwan toont echter in haar proefschrift aan dat bij patiënten met de hierboven genoemde ziektebeelden die lijden aan VH, activiteit in de hersenen op dezelfde wijze is verstoord. Daarmee kan worden geconcludeerd dat VH vergelijkbaar zijn tussen de verschillende ziektebeelden en daarmee onafhankelijk van de onderliggende diagnose en dus als een losstaande klacht kunnen worden behandeld.

Gunstige effecten

Verder vond Dauwan in haar proefschrift een gunstig effect van lichamelijke activiteit als nietmedicinale therapie in de behandeling van klachten bij patiënten met schizofrenie. Ook vond ze een gunstig effect van lichamelijke activiteit in de verbetering van depressieve klachten, kwaliteit van leven en cognitie bij patiënten met chronische hersenaandoeningen (bestaande uit de ziekte van Parkinson, de ziekte van Alzheimer, Multipele sclerose, de ziekte van Huntington, schizofrenie en depressie).
(Samenvatting proefschrift M. Dauwan)
Terug naar boven