Criteria voor milde cognitieve klachten bij de ziekte van Parkinson

Criteria voor milde cognitieve klachten bij de ziekte van Parkinson

2 april 2019

Cognitieve achteruitgang komt veel voor bij de ziekte van Parkinson en wordt gerapporteerd gedurende het hele verloop van de ziekte. Patiënten hebben een verhoogd risico om dementie bij de ziekte van Parkinson (in het Engels: Parkinson Disease Dementia; PDD) te ontwikkelen in vergelijking met de gezonde populatie. Hogere leeftijd, maar ook lichte cognitieve stoornissen bij de ziekte van Parkinson (in het Engels: mild cognitive impairment; PD-MCI) zijn risicofactoren voor PDD. 

PD-MCI kan een overgangsfase zijn tussen normale cognitie en PDD maar dat is niet altijd het geval. Soms blijven de cognitieve klachten stabiel en bij slechts een enkele patiënt verdwijnen de klachten. Om cognitieve achteruitgang correct te kunnen identificeren zijn er in 2012 criteria voor PD-MCI voorgesteld. Om de toepasbaarheid van deze criteria te bepalen is de voorspellende waarde van de criteria onderzocht in een grote internationale studie.

Vier studies

De opgestelde PD-MCI criteria bestaan uit Level I criteria, een kortere testafname bestaande uit 5 of minder testen, en Level II criteria, een langere testafname bestaande uit 10 testen. Het vaststellen van PD-MCI op basis van zowel Level I als Level II criteria werd gedaan in 4 studies. Vervolgens werd er gekeken wat de invloed was van diverse demografische, medische en neuropsychologische kenmerken, waaronder de PD-MCI criteria, op de kans op de ontwikkeling van PDD.

Resultaten

Resultaten lieten zien dat, onafhankelijk van elkaar, level I en level II criteria, een hogere leeftijd, mannelijk geslacht en de ernst van de motorische symptomen resulteerden in een verhoogde kans op PDD. Deze bevinding ondersteunt dat PD-MCI een risicofactor is voor PDD. De vergelijking van level I en level II criteria liet zien dat beide een soortgelijk onderscheidend vermogen hebben met betrekking tot de tijd tot het ontwikkelen van PDD. Het hebben van depressieve klachten resulteerde niet in een verhoogde kans op PDD.

Voorspellers

Zowel level I als level II, de kortere testafname en de langere testafname, zijn voorspellers voor PDD. De keuze voor gebruik van een van beide criteria kan afhangen van de belastbaarheid van de patiënt of bijvoorbeeld het onderzoeksprotocol. Bij cognitieve klachten én een verdenking op cognitieve stoornissen kan een neuropsychologisch onderzoek uitgevoerd worden om de cognitieve stoornissen in kaart te brengen.

Internationaal

Dit onderzoek is uitgevoerd door een grote internationale groep. De praktische uitvoering is gedaan door Dr. J.A. Boel en Drs. J. Hoogland onder supervisie van Dr. G.J. Geurtsen (klinisch neuropsycholoog), alledrie werkzaam bij het AMC in Amsterdam. De studie is mogelijk gemaakt door de bijdrages van de Parkinson Vereniging en de Michael J. Fox Foundation. 

Terug naar boven