De lange termijn N-STAPS resultaten: Welke hersenkern werkt beter?

De lange termijn N-STAPS resultaten: Welke hersenkern werkt beter?

22 oktober 2018

Auteurs: Vincent Odekerken en Rob de Bie

Diepe hersenstimulatie bij de ziekte van Parkinson wordt al jaren succesvol toegepast om klachten te verminderen. Door de Nederlandse diepe hersenstimulatie centra is gezamenlijk het N-STAPS onderzoek uitgevoerd. In het onderzoek zijn twee hersengebieden voor diepe hersenstimulatie met elkaar vergeleken. 

Uit de eerste resultaten van de N-STAPS onderzoek (één jaar na de operatie) bleek al dat stimulatie van de zogenaamde nucleus subthalamicus  gemiddeld over de dag even goed werkt als stimulatie van de globus pallidus internus. Echter, de OFF-momenten (perioden dat de medicatie niet goed werkt) waren veel minder ernstig in de STN groep.

Diepe hersenstimulatie: welke kern?

Diepe hersenstimulatie (Deep brain stimulation, DBS) is een techniek die al ruim twee decennia wordt toegepast om motorische klachten (beven, stijfheid, traagheid) in een gevorderd stadium van de ziekte van Parkinson te verminderen. In zes centra in Nederland wordt deze behandeling inmiddels toegepast.

Eerder heeft u kunnen lezen hoe de N-STAPS studie onderzoekt in welke van twee gebieden in de hersenen, namelijk de nucleus subthalamicus (STN) of de globus pallidus (GPi), de elektrodes het best geplaatst kunnen worden. Ongeveer de helft van de patiënten is geopereerd in de STN, een kern die diep in beide hersenhelften ligt. De andere helft is in een andere kern, namelijk de GPi van beide hersenhelften, geopereerd. In 2013 hebben we de eerste resultaten van de studie in het wetenschappelijk tijdschrift The Lancet Neurology enin het Parkinson Magazine gepubliceerd. Deze resultaten van de NSTAPS studie, één jaar na de operatie, laten een belangrijk verschil zien tussen de twee hersenkernen: na STN DBS is er een grotere verbetering van motorische symptomen en functioneren op momenten van de dag dat medicatie niet goed werkt (de off-fase). Daarnaast is gebleken dat, tegen alle verwachtingen in, er niet meer bijwerkingen zijn van STN DBS wat betreft cognitie, stemming en gedrag.

De effecten van STN DBS en GPI DBS op lange termijn: drie en vijfjaarsmetingen

Omdat het belangrijk is om te volgen of deze resultaten stand houden op langere termijn, hebben we zoveel mogelijk deelnemers ook gevolgd drie en vijf jaar na de ingreep. Deze resultaten zijn inmiddels bekend. De driejaarsresultaten zijn onder andere gepubliceerd in het tijdschrift Neurology. De vijfjaarsresultaten zullen binnenkort worden gepubliceerd.

De metingen op beide tijdsmomenten laten dezelfde resultaten zien: er is nog steeds een grotere motorische verbetering (op momenten dat medicatie niet werkt: de OFF fase) in de groep deelnemers die STN stimulatie hebben gekregen. Beide groepen (zowel STN als GPi) blijven echter profiteren van hun DBS behandeling wat betreft motoriek. Er zijn ook nog steeds geen verschillen waarneembaar wat betreft cognitie, stemming en gedrag. Over de jaren zijn de deelnemers wel iets achteruitgegaan wat betreft motoriek en cognitie; dit lijkt een gevolg van het vorderen van de ziekte.

Conclusie

We kunnen dus concluderen dat STN DBS en GPi DBS op langere termijn nog steeds effectieve behandelmethoden zijn; en dat STN DBS iets meer verbetering geeft van de motoriek dan GPi DBS, op momenten dat medicatie niet werkt.

De Parkinson Vereniging heeft het volgen van de patiënten op de lange termijn (van 1 tot 5 jaar) gesponserd. 

Terug naar boven