Verslag proefschrift ‘Clinical Predictors of disease progression in Parkinson’s disease’

Verslag proefschrift ‘Clinical Predictors of disease progression in Parkinson’s disease’

11 juli 2018

In dit proefschrift zijn longitudinale analyses beschreven die verricht zijn met de data uit het PROPARK-cohort, een cohort van 421 Parkinsonpatiënten die zijn gevolgd voor een duur van 5 jaar. Het voornaamste doel van het proefschrift was om voorspellers en factoren te vinden die bijdragen aan de ontwikkeling van de zogenaamde niet-motorische symptomen van de Ziekte van Parkinson (ZvP). We hebben onderzoek gedaan naar risicofactoren voor de volgende symptomen: hallucinaties, dementie, depressie, nachtelijke slaapstoornissen , overmatige slaperigheid overdag en angst.

Door Dhr. K. Zhu
Geplaatst op 8 januari 2018

Niet-motorische symptomen hebben een significante impact op de kwaliteit van leven van Parkinsonpatiënten. Parkinsonmedicatie is met name gericht op dopaminerge (motorische) symptomen en heeft meestal weinig effect op niet-motorische symptomen, die met name van non-dopaminerge origine zijn. Voor verscheidene niet-motorische symptomen in onze studie (slaperigheid overdag, depressie en angst), vonden we sterke associaties met een cluster van min of meer gelijke voorspellers. Het opmerkelijke is dat hetzelfde cluster van voorspellers ook eerder geïdentificeerd was als een onderdeel van een coherent non-dopaminerg symptoomcomplex. Dit complex van symptomen is al vroeg gedurende het ziektebeloop aanwezig en verergert naarmate de ziekte voortduurt, wat zeer waarschijnlijk een gevolg is van progressieve, aan α-synucleïneaggregatie gerelateerde synaptopathie en axonale degeneratie van het zenuwstelsel (onderliggend aan de ziekte van Parkinson).

Naast de progressie van onderliggende ziekte speelt medicatie ook een belangrijke rol bij bepaalde non-dopaminerge symptomen, zoals slaperigheid overdag, hallucinaties, orthostatische hypotensie en impulscontrolestoornissen waaronder overmatig shoppen of gokken. In onze studie vonden we dat een hogere dosering dopamineagonisten een onafhankelijke voorspeller is van slaperigheid overdag en slapeloosheid ’s nachts.

Onze studie levert een bijdrage aan de bestaande kennis over welke prognostische factoren de progressie(patronen) van Parkinson beïnvloeden. Sterke punten van onze studies zijn met name de grootte van het cohort, de lange follow-upduur en de beperkte uitval van patiënten.

Een andere belangrijke les uit dit proefschrift is dat bepaalde niet-motorische symptomen nog steeds slecht zijn onderzocht in longitudinaal verband. Sommige symptomen zoals dementie zijn uitgebreid onderzocht in voormalige longitudinale studies, terwijl voor andere niet-motorische symptomen, zoals slaperigheid overdag, slapeloosheid, depressie en angst dat niet het geval is. Dit kan verklaard worden door de pas recent groeiende interesse in de rol van andere non-dopaminerge symptomen bij Parkinson.

Uit ons proefschrift kunnen we concluderen dat er een belangrijke rol is van de nondopaminerge symptomen met betrekking tot het beloop van de ziekte; dit benadrukt ook de behoefte aan effectieve medicatie die op de fundamentele pathobiologie van Parkinson aangrijpt. Kennis uit longitudinale onderzoeken leveren niet alleen bijdrage aan meer inzicht in de onderliggende pathofysiologie van Parkinson, maar het helpt ook de zorgverlener om de patiënten die bepaalde risicofactoren hebben beter te monitoren en indien nodig hun behandeling aan te passen. Verder helpt meer inzicht in deze risicofactoren ook bij het opsporen van patiënten die baat kunnen hebben bij potentiële ziekteremmende of neuroprotectieve therapieën. In de toekomst zien we graag meer onderzoeken naar de ziekteprogressie bij Parkinson die zijn gebaseerd op grote longitudinale cohorten. 

Terug naar boven