Tekort aan signaalstof acetylcholine speelt mogelijk rol bij hallucinaties bij parkinson
24 januari 2018
Dagmar Hepp, neuroloog in opleiding, deed onderzoek naar de onderliggende ziektemechanismen van visuele hallucinaties (het zien van dingen die er niet zijn) bij de ziekte van Parkinson. Uit Hepps onderzoek komt naar voren dat Parkinsonpatiënten met hallucinaties meer cognitieve problemen, zoals een gestoorde aandacht, en meer uitgesproken symptomen van angst, depressie en een verstoorde slaap hebben dan Parkinsonpatiënten zonder hallucinaties. Hepp: "Tekorten aan andere boodschapperstoffen in de hersenen dan dopamine, zoals acetylcholine, zouden een rol kunnen spelen bij het ontstaan van zowel de hallucinaties als deze andere symptomen." Dagmar Hepp promoveert op 10 januari bij VUmc.
Met een speciale MRI-scantechniek (functionele MRI) kon Hepp vaststellen dat bij Parkinsonpatiënten met hallucinaties een groter aantal hersengebieden geïsoleerd raakt van de rest van de hersenen dan bij niet-hallucinerende Parkinsonpatiënten. Een andere MRI-techniek (Diffusion Tensor Imaging) leverde aanwijzingen op dat dit gebrek aan communicatie tussen hersengebieden samenhangt met een verlies van vezelbanen tussen de hersenkern die de belangrijkste bron van acetylcholine in de hersenen vormt (de nucleus basalis van Meynert) en de meest achterin de schedel gelegen hersengebieden. Hepp: "Onze resultaten onderschrijven het belang van meer onderzoek naar het effect van acetylcholine-stimulerende medicatie tegen visuele hallucinaties."
Hepps onderzoek naar hallucinaties bij Parkinson is onder andere gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Radiology.
Promovendus: D.H. Hepp
Titel proefschrift: Do you see what I see?
Promotoren: prof.dr. H.W. Berendse, prof.dr. H.J. Groenewegen
Copromotoren: dr. W.D.J. van de Berg, dr. E.M.J. Foncke
Proefschrift: VU-DARE
(Bron: VUmc.nl)