Dr M. Ruitenberg - effecten van dopamine medicatie op het aanleren en uitvoeren van sequentiële bewegingen door patiënten met de ziekte van Parkinson

Dr M. Ruitenberg - effecten van dopamine medicatie op het aanleren en uitvoeren van sequentiële bewegingen door patiënten met de ziekte van Parkinson

15 november 2016

De ziekte van Parkinson kenmerkt zich voornamelijk door problemen in de motoriek. Bij het leren en uitvoeren van bewegingen speelt naast motorische controle echter ook cognitieve controle een belangrijke rol. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het selecteren van een beweging, of het stoppen van een beweging indien deze toch niet gepast blijkt te zijn. Het doel van onze studie was na te gaan welke invloed Parkinsonmedicatie kent op deze twee vormen van controle.

Deelnemers aan ons onderzoek waren 15 patienten met de ziekte van Parkinson. Zij voerden een computertaak uit waarin muisbewegingen naar vier verschillende locaties op het computerscherm werden gemaakt. De taak werd zo gemanipuleerd dat de deelnemers ofwel een vast, herhalend patroon van bewegingen uitvoerden, ofwel bewegingen in een willekeurige volgorde (zonder vast patroon). Het gebruik van muisbewegingen stelde ons in staat gevoelige parameters van motoriek te bestuderen (o.a. initiatie tijd, bewegingstijd, accuratesse). Door te kijken naar de doelgerichtheid van de muisbeweging konden wij bepalen hoe goed de deelnemer de bewegingen kon uitvoeren. Door te kijken naar het verschil in uitvoer tussen de vaste en willekeurige volgordes konden wij bovendien bepalen hoe goed iedere deelnemer kon leren wanneer welke beweging precies uit te voeren. De deelnemers hebben deze taak tweemaal uitgevoerd: eenmaal zonder iets te veranderen aan hun normale patroon van medicatie-inname en eenmaal nadat zij de avond voor het onderzoek en de ochtend van het onderzoek hun medicatie niet hadden ingenomen.

De resultaten tonen aan dat patiënten met de ziekte van Parkinson zowel met als zonder hun medicate in staat zijn om de muisbewegingen uit te voeren, en om een motorische sequentie aan te leren. Door verschillende componenten van de muisbewegingen te bestuderen werd gevonden dat medicatie een positief effect lijkt te hebben op de motorische controle van geleerde bewegingen. Daarentegen lijkt medicatie een negatieve invloed te hebben op de cognitieve controle.

Deze resultaten geven inzicht in de cognitieve en motorische controle bij patiënten met de ziekte van Parkinson, en lijken erop te wijzen dat medicatie verschillende effecten kan hebben op beide vormen van controle. Dit versterkt ons vermoeden dat het van belang is om niet alleen motorische functies in overweging te nemen bij het bestuderen van de ziekte van Parkinson, maar ook cognitieve of niet-motorische functies. Verder onderzoek zal hier in de toekomst meer duidelijkheid over moeten opleveren.

Dit onderzoek werd uitgevoerd aan de Universiteit Gent en het Universitair Ziekenhuis Gent. Via deze weg willen wij de deelnemende patienten nogmaals hartelijk bedanken voor hun medewerking aan de studie.

Oorspronkelijk artikel:

Ruitenberg, M. F. L., Duthoo, W., Santens, P., Seidler, R. D., Notebaert, W., & Abrahamse, E.  L. (2016). Sequence learning in Parkinson’s disease: Focusing on action dynamics and the role of dopaminergic medication. Neuropsychologia, 93, 30-39.

Terug naar boven