Samenvatting bewegen

Je wordt aangespoord om meer te bewegen. Vaker bewegen kan het ontwikkelen van Parkinson voorkomen. Heb je eenmaal Parkinson, dan blijft sporten het devies. Talloze kortdurende studies hebben aangetoond dat lichaamsbeweging, net als een medicijn, de symptomen verlichten. Parkinson kan het bewegen steeds moeilijker maken, maar opgeven/inactiviteit/bank zitten is geen optie.
 
Mensen met Parkinson blijken 1/3 minder te bewegen dan anderen zonder Parkinson. En ook de mensen zonder Parkinson zijn al niet zo actief. De mensen met Parkinson hebben te kampen met twee problemen: ten eerste vechten ze tegen een steeds verergerende ziekte die zelfs een olympische atleet invalide kan maken. Met andere woorden: de symptomen kunnen het sporten steeds moeilijker maken. Ten tweede kan dit proces van fysieke achteruitgang versnellen als ze het gewoon opgeven en hun lichaam niet meer trainen.
 
Als binnen het regelcentrum in de hersenen dopamine schaars wordt, kunnen we niet meer als vanzelf bewegingen uitvoeren, gedachteloos denken of ons spontaan blij voelen. De automatische piloot raakt beschadigd in het bewegen, voelen en denken. Bij bewegen hebben we het over basale dingen als opstaan, aankleden, armen zwaaien tijdens het lopen, een glas drinken pakken, gaan zitten, slikken, diep adem halen, etc.

Dit haperen of bevriezen gebeurt niet vanuit één plek in de hersenen, maar vanuit een heel circuit. Ommetjes of uitgelokte bewegingen maken gebruik van plekken in de hersenen die wel werken, waardoor het bewegen en denken alsnog kan worden aangestuurd. Er wordt letterlijk een andere route in de hersenen gevolgd. Als we een doel in huis hebben, waarbij we moeten bewegen dan is dat een dubbeltaak en lastig. Bewegen voor een sport is eenvoudiger. Hebben we een sport die je naast bewegen ook actief aan het denken zet, dan is dit als training uitermate effectief.

Advies

Drie tot vijf keer in de week een uur intensief sporten waarvan je flink gaat zweten volgens de Michael J. Fox Foundation for Parkinson Research.